Nederlands onderwijs te weinig aandacht voor ondernemerschap

Gebrek aan doorzettingsvermogen, lef en geldingsdrang:

Het Nederlandse onderwijs doet te weinig aan het stimuleren van ondernemerschap. We slagen er wel in om kennis bij te brengen, maar om de welvaart en welzijn in een land te verhogen, moet deze kennis ook worden toegepast. De daarvoor vereiste ondernemende houding blijft achter bij andere landen. Dit blijkt uit internationaal onderzoek van Roland Berger Strategy Consultants. In het boekje Ondernemend Onderwijs, dat het strategisch adviesbureau vandaag vrijgeeft, beschrijft zij voorbeelden uit binnen- en buitenland van een succesvolle wisselwerking tussen onderwijs en ondernemerschap.
Ondernemen... Nederland scoort internationaal gezien het typische zesje, als het gaat om ondernemerschapsvaardigheden. Op het gebied van doorzettingsvermogen, durf en geldingsdrang presteert ons land zelfs ondermaats. “Onderwijs en ondernemerschap zijn twee essentiële factoren in het realiseren van economische groei en handhaving van ons welvaartsniveau,” aldus Tijo Collot d’Escury, van Roland Berger Strategy Consultants. “Het onderwijs brengt ons kennis en vaardigheden bij, waar ondernemerschap zorgt voor toepassing in de praktijk. Naast ondernemers hebben ook ambtenaren, medewerkers en wetenschappers baat bij deze karaktereigenschappen. Een goede wisselwerking tussen kennis en ondernemerschap is cruciaal om ook in de toekomst economische groei en welvaart te kunnen garanderen.”

Twintigduizend uur investeren
Hoewel het gemiddelde kennisniveau in ons land hoog is, laat het onderzoek zien dat het onderwijs bepaalde eigenschappen onvoldoende bijbrengt: Nederlanders zijn bang om risico’s te nemen en we houden niet van competitie en prestatiebeloning. Wel zijn we internationaal gezien creatief en hebben we vertrouwen in onszelf en elkaar. “De aanwezigheid van deze eigenschappen laat zien dat het mogelijk is om in Nederland weer een ondernemende cultuur te creëren en kennis te vertalen naar innovatie,” vervolgt Collot d’Escury. “Ons onderwijs is zeker niet slecht, maar van de gemiddeld 20.000 uur die een Nederlander doorbrengt in het onderwijs – omgerekend 11,5 fulltime arbeidsjaren – zou meer aandacht kunnen én moeten worden besteed aan het scheppen van een ondernemende cultuur. Als we zo’n investering van onze jeugd vragen of zelfs eisen, zijn we als maatschappij verplicht om belangrijke talenten tot het maximale te ontwikkelen.”

Ondernemend Onderwijs
Roland Berger biedt in haar boekje Ondernemend Onderwijs aan de hand van succesvolle cases, een aantal aanbevelingen om de benodigde cultuuromslag te bewerkstelligen:

Betrek bedrijfsleven bij beroepsonderwijs
Bijna de helft van alle Nederlandse studenten volgt een opleiding aan het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Terwijl het gemiddelde slagingspercentage in Nederland slechts 61 procent bedraagt, ligt dit bij het Duitse systeem van de Berufsschule met 80 procent veel hoger. Waar in Nederland mbo-studenten eerst gaan studeren om vervolgens stage te lopen bij een bedrijf, draaien onze oosterburen dit om. Eerst solliciteren studenten naar een leerbaan, om daarná een opleidingsplaats te krijgen aan de Berufsschule. Het bedrijfsleven wordt intensief betrokken bij de samenstelling van opleidingen, als ook bij de praktische begeleiding van studenten. Zo worden studenten beter en completer opgeleid en bouwen zij ook meer vertrouwen en verantwoordelijkheidsgevoel op.

Versterk en verbreed het taalonderwijs
Op Nederlandse scholen staan lezen en het interpreteren van informatie hoog aangeschreven en hier wordt dan ook veel tijd aan besteed. Een goede, volledige beheersing van de communicatieve vaardigheden omvat echter ook goed kunnen schrijven, spreken en luisteren. Voor een succesvolle toepassing van deze taalvaardigheden, kan worden gekeken naar het taalonderwijs in Engeland, dat excelleert in spreken en luisteren, en Frankrijk, dat uitblinkt in schrijfvaardigheid. De juiste balans in taalonderwijs vergroot de communicatieve vaardigheden en daarmee de ondernemendheid van Nederlanders.

Stimuleer studentenbedrijven
Bij het studentenbedrijf moeten groepjes studenten of scholieren, met beperkte middelen, binnen enkele maanden een product of dienst op de markt brengen dat daadwerkelijk verkoopt. Deze projecten kunnen worden ingevoerd op alle onderwijsniveaus en maken de deelnemers vertrouwd met (multidisciplinaire) samenwerking. Leerlingen ervaren de lol van het nemen van verantwoordelijkheid en bijbehorende risico’s. Ook kan door het inbouwen van een competitie-element, gezonde gretigheid worden gestimuleerd. Overheid en onderwijsinstellingen kunnen actief de opzet van meer studentenbedrijven stimuleren, en zo bijdragen aan een ondernemender cultuur.

Stimuleer excellentie en prestatiedrang
Naast genoemde concrete cases, pleit Roland Berger voor verandering in mentaliteit. In dit verband prijst zij de Design Academy Eindhoven. “Hier is door een inspirerende werkomgeving, de aanwezigheid van topdocenten en strikte toelatings-en voortgangseisen een cultuur gecreëerd van enthousiasme, discipline en excelleren. Niet voor niets behoort deze opleiding wereldwijd tot de top.”

Binnen de Nederlandse vestiging van Roland Berger is geïnvesteerd in onderzoek naar de onderwijskwaliteit en ondernemerscultuur van Nederland ten opzichte van andere landen, samengevat in het boekje Ondernemend Onderwijs. Voor de invulling van cases sprak Roland Berger met een aantal professionals uit het onderwijs en bedrijfsleven in binnen- en buitenland.

De aanbevelingen van het onderzoek wordt onderschreven door onder meer ondernemers, politici, VNO-NCW en mensen uit de onderwijswereld. Het onderzoeksteam werd naast Collot d’Escury, gevormd door Benno van Dongen, Jan-Pieter Ebben, Arnoud Stibane en Ward van den Berg.

Bron: ANP
Datum: 12 november 2007